Aardappelrot en salmonella leidden jaren geleden tot het nieuwe samenwerken. Kan dat nu ook?
Jaren geleden heb ik als projectleider bij Interpolis Re aan een aantal projecten gewerkt die enige overeenkomst vertonen met wat er nu gaande is: totale onzekerheid over de toekomst. In die tijd trok de overheid zich terug. Zij vergoedde de schades niet meer voor het salmonella risico in de pluimveesector en het bruin- en ringrot risico in de aardappelsector. Voor de individuele ondernemers waren de risico’s enorm. Het bedrijf kon er failliet aan gaan. De onzekerheid en onbekendheid leidden ertoe dat verzekeringsmaatschappijen er hun vingers niet aan wilden branden. Door met verschillende partijen in gesprek te gaan en als groep projectmatig op te trekken hebben we stap voor stap naar een oplossing toegewerkt die voor alle betrokken partijen goed was. Het resultaat was de oprichting van OWM Avipol en OWM Potatopol. Beide onderlingen bestaan vandaag de dag nog steeds en zijn gezonde bedrijven. Ik ben er nog steeds van overtuigd dat we hier samen de beste oplossing gevonden hebben!
Vorige week was het nieuws dat in Nederland de corona maatregelen iets worden verruimd. Voor veel bedrijven betekent dit een opluchting, zeker als je bedrijf op non-actief staat. Maar wat gaat dit betekenen? We gaan immers niet terug naar de situatie van voor corona. Het blijft zoeken naar het ‘nieuwe normaal 2.0’, die heel vluchtig kan zijn en vervangen wordt door een reeks van volgende ‘nieuwe normalen’. We zien dat veel ondernemers ontzettend creatief kunnen zijn in tijden van nood, maar als de ‘nieuwe normalen’ zich in rap tempo gaan opvolgen kan ik me voorstellen dat dit moeilijk te behappen blijft. Wat kun je doen?
Enkele weken geleden schreef mijn collega Gerard Fransen het artikel “De valkuil van voorspellen”. Hij gaf in dit artikel aan dat de toekomst niet te voorspellen valt, maar dat we ons wel degelijk voor kunnen bereiden door het schetsen van scenario’s. Dit geeft je meer zicht op een aantal mogelijke toekomstbeelden en hoe je daarop kunt anticiperen. Je hebt het gevoel weer aan het stuur te zitten.
Er bestaat ook een andere manier om je sterk te maken voor de toekomst. Laten we dat voor het gemak even het ‘nieuwe samenwerken’ noemen. Het is een manier waarbij je anders gaat samenwerken met de bedrijven waar jouw bedrijf mee verbonden is. Dit kan wel eens een heel belangrijk overlevingselement gaan worden.
Jouw bedrijf zit in een netwerk met tal van andere bedrijven. Dit is de verwevenheid waar Gerard Fransen in zijn artikel naar verwijst. Door die verwevenheid is er onderlinge verbinding en dus ook onderlinge afhankelijkheid. Je kunt wel denken: die afhankelijkheid die is er toch altijd! Dat klopt maar over het algemeen gaat er dan geen dreiging van uit. Hoe je het went of keert, de problematiek binnen de bedrijven waar jij mee verbonden bent, heeft nu meer dan ooit ook zijn weerslag op jouw bedrijf. Je kunt zomaar een domino effect krijgen waarbij het ene bedrijf het andere mee de afgrond in sleurt.
Het is daarom hoog tijd om de banden met de bedrijven waarmee je verweven bent aan te gaan halen en gezamenlijk te kijken hoe je een brug kunt slaan naar het nieuwe tijdperk toe. Omdat je nog steeds niet weet hoe deze eruit gaat zien, weet je dus ook niet zeker hoe de brug gebouwd moet worden. Wat je wel weet is dat je samen in dit project gaat stappen en samen de obstakels die nog komen gaan het hoofd biedt. Je gaat zoeken naar een oplossing die voor alle partijen winst oplevert en je zult daardoor een enorm sterke brug gaan bouwen die heel veel wegen gaat openen. Dat is een ding wat zeker is. Je maakt jezelf als groep flexibel en kunt snel bijsturen wanneer je inmiddels bij het ‘nieuwe normaal 7.0’ aangekomen bent. Dit alles vraagt wel om een nieuwe manier van samenwerken tussen bedrijven, een manier die je als groep sterker maakt.
Is het ‘nieuwe samenwerken’ eigenlijk wel zo nieuw? Eigenlijk niet. Het is een methode die in een ver verleden vaak werd gebruikt vooral wanneer een grote groep ondernemers nadeel ondervond van iets wat niet zomaar individueel opgelost kon worden. Zo werden coöperaties en onderlinge verzekeringsmaatschappijen opgericht. Veelal werd dit gedaan in groepen waarbij bedrijven uit dezelfde sector kwamen. Maar dat hoeft uiteraard niet per sé het geval te zijn. Waar het hier om gaat is kijken waar je afhankelijkheden zitten en dat je gezamenlijk een toekomst probeert op te bouwen. Het proces om te komen tot ‘het nieuwe samenwerken’, is daarbij het belangrijkste.
Ik nodig je uit om dit gesprek aan te gaan en te kijken welke pijlers we voor welke brug neer kunnen zetten.